Je hebt misschien wel eens gehoord dat een gezonde darmflora goed voor je algehele gezondheid is, maar neem maar van mij aan: daar is nog veel meer over te vertellen. Het duurt ongeveer 17 jaar voordat gepubliceerde onderzoeksresultaten in de praktijk worden gebracht door artsen en andere zorgverleners. De meeste artsen zijn wel bekend met de ontwikkelingen van afgelopen jaren, maar weten niet hoe ze de nieuwe kennis over de darmflora in hun praktijk moeten toepassen. Ik volg de nieuwe kennisontwikkeling met argusogen en deel die graag met je. Je hoeft dus niet 17 jaar te wachten voordat je in actie komt!
Je darmbacteriën, een complexe menigte
Darmbacteriën zijn een ongelooflijk complexe gemeenschap in onze dikke darm van 39 biljoen micro-organismen, die in harmonie en evenwicht met elkaar leven en een duidelijke functie hebben. We noemen deze gemeenschap in de darmen microbiota, en microbioom als we ook de genetische samenstelling ervan bedoelen. De micro-organismen in je darmen behoren tot 5 groepen:
- Eencellige bacteriën, de meeste bacteriën zijn goed voor ons
- Meercellige gisten en schimmels
- Parasieten
- Virussen, kleine deeltjes DNA (of RNA) zonder cel
- Archaea
Schimmels en bacteriën verdragen elkaar niet goed, dus als het de ene groep goed gaat, delft de andere het onderspit. Bij virussen denken we gelijk aan de griep, HIV en hepatitis B, maar de meeste hebben een gunstige functie in ons darm-ecosysteem; ze zijn noodzakelijk om het evenwicht met onze bacteriën te bewaren.
Parasieten (zoals lintwormen en giardia) zijn van nature roofdieren. Ze houden zich schuil en stelen energie van hun gastheer, zonder daar iets tegenover te stellen. Gelukkig zijn de meeste parasieten schaars in de westerse wereld, al zijn er ook een paar die vaker voorkomen dan je zou denken, zoals de toxoplasma gondii.
En dan zijn er nog de archaea: oeroude organismen die al 4 miljard geleden op aarde bestonden, voordat er zuurstof voor handen was. Ze leven onder andere in vulkanen en kilometers diep in de oceanen. En dus ook heel knus in je dikke darm. Er is nog niet zoveel bekend over ze, maar het lijkt erop dat ze bij het vinden van voedsel geen concurrentie ondervinden van schimmels en bacteriën en dus minder makkelijk te manipuleren met voeding.
Je bent meer bacterie dan mens
Je hebt aanzienlijk meer microben dan lichaamscellen. In een zekere zin kun je wel zeggen dat je slechts voor 10% menselijk bent en voor 90% uit bacteriën bestaat! Je bent niet alleen mens, maar ook een superorganisme en een ecosysteem dat deel uitmaakt van de kringloop van het leven. In het menselijke darmstelsel is alles met alles verbonden. Net zoals in het oerwoud hebben alle dieren, planten en microben een functie: een bijdrage aan het harmonieuze evenwicht in het ecosysteem. Daarom is biodiversiteit zo ontzettend belangrijk.
Het aantal soorten darmbacteriën dat In onze darmen leeft varieert van ongeveer 500 tot 1000. Het is een unieke mix van microben, net zo uniek als je eigen vingerafdruk. Ze gaan aan de slag met je voedsel en beïnvloeden je stofwisseling. In veel gevallen zullen de goede bacteriën (probiotica) ons belonen door elke hap die we naar binnen slokken, te verteren tot voedingsstoffen die een ontstekingsremmende werking hebben en ons gezond en sterk maken. Deze stoffen, die dankzij onze inwendige microben ontstaan, noemen we ook wel postbiotica. Ongezonde voeding versterkt ongezonde microben en die zadelen ons op met schadelijke verbindingen die ontstekingen in het lichaam veroorzaken.
Je darmflora als commandocentrum
Een gezonde, gevarieerde darmflora houdt schadelijke bacteriën in bedwang en helpt ons bij de vertering van voedsel. Ook de vertering van medicijnen. Zo moet bijvoorbeeld een kankerremmende stof worden geactiveerd door microben. Hoe gezonder de darmflora, hoe groter de kans dat deze stof kanker afremt, zo bleek uit een onderzoek uit 2013, gepubliceerd in Science. En dat is niet het enige waar we onze darmmicroben voor nodig hebben. Ze hebben ook ver buiten de darmen een goede uitwerking.
Onze gezondheid is, in grote lijnen, gebaseerd op 5 pijlers: het immuun- of afweersysteem, de stofwisseling, de hormoonhuishouding, ons denkvermogen en genexpressie. Het opmerkelijke is dat de darmflora inwerkt op al deze vijf gebieden. Je kunt de darmflora in elk geval beschouwen als een soort commandocentrum voor onze gezondheid. Heel veel lichaamsprocessen, ook in ons hart en in ons brein, worden beïnvloed door de activiteiten van onze microben. Ze werken in teams en ze hebben specialisaties. Bij onvoldoende diversiteit kunnen dingen misgaan in die vijf bovenstaande, belangrijke gebieden.
Dysbiose en Endotoxemie
Een verstoord evenwicht in de darmflora noemen we dysbiose. Bij schade en verstoring van het evenwicht neemt de diversiteit van de darmflora af en zullen ontstekingsbevorderende microben zich sterk vermeerderen. Anders gezegd, er worden minder goede stoffen geproduceerd in de darmen en meer kwalijke stoffen. Dat is problematisch, omdat de darmwand dan niet langer wordt beschermd door kolonies ontstekingsremmende microben. Daardoor ontstaat schade aan de eiwitverbindingen tussen de darmwandcellen. Het gevolg is dat de darmen kunnen gaan ‘lekken’ en er bacteriële endotoxinen (schadelijke stofwisselingsproducten) in de bloedstroom terecht kunnen komen (=endotoxemie). Via deze snelweg kunnen deze gifstoffen zich razendsnel door het hele lichaam verspreiden en daar ontstekingen veroorzaken. Foute boel!
Symptomen van een verstoord evenwicht in de darmflora (dysbiose)
In de darmen
- buikpijn of kramp
- winderigheid
- opgezette buik
- voedselovergevoeligheid
- voedselallergieën
- diarree
- verstopping
- slijm bij ontlasting
- misselijkheid
- spijsverteringsproblemen
- brandend maagzuur/oprispingen
- boeren
Buiten de darmen
- gewichtstoename
- vermoeidheid
- brain fog (wazigheid)
- concentratiemoeilijkheden
- stemmingswisselingen
- angststoornissen
- onzuivere huid
- spier- en gewrichtspijn
- slapte
- slechte adem
- verstopte holtes
- kortademigheid, piepende ademhaling
Endotoxemie kan leiden tot een lichte vorm van ontsteking maar ook tot levensbedreigende sepsis (reactie op een infectie), shock en uitval van verschillende organen. Er is een verband met allerlei ziekten, waaronder auto-immuunziekten, obesitas, kransslagadervernauwing, hartfalen, diabetes type 2, alzheimer, alcoholische hepatitis, niet-alcoholische leververvetting, osteoartritis en zo kan ik nog wel even doorgaan. Dit klinkt alarmerend, maar geen paniek, er is hoop.
In elk van ons leeft een complete gemeenschap en we hebben elkaar hard nodig! Als wij de microben in onze darmen helpen, zullen zij ons helpen.
Poep als medicijn
Het is eigenlijk heel simpel. Je herstelt het evenwicht in de darmflora: het goede overwint het kwade. Dat kan met een poeptransplantatie in ernstige gevallen, zoals bij een chronische infectie van de bacterie Clostridiodes difficile (antibiotica resistent), die een ernstige ontsteking aan de dikke darm kan veroorzaken en zelfs sepsis. De transplantatie (poepdouche) zorgt weer voor evenwicht waarbij capabele bacteriën de C. diff onschadelijk maken.
Poep is dus niet alleen verteerd voedsel. Bacteriën maken ongeveer 60% van het poepgewicht uit. Poep is als het ware een strijdwagen waarop de darmbacteriën de aanval inzetten. Naast de temperatuur, ademhaling, hartslag, bloeddruk en het bewustzijn is gezonde poep onze zesde vitale functie. Daar ben ik van overtuigd. Poep vertelt ons heel veel over onze gezondheid. Poep kan dus als medicijn dienen!
Gelukkig is een poepdouche niet de enige mogelijkheid om het evenwicht te herstellen. We gaan samen aan de slag, niet om de kwade bacteriën te bestrijden, maar door de goede bacteriën meer macht te geven. Dat doen we met voeding en leefstijl. Precies waar LifestyleFirst over gaat.
Ben jij inmiddels ook overtuigd dat onze gezondheid samenhangt met de gezondheid van ons darmstelsel? En wil jij ook je microben in je darmen helpen? Ik help je graag verder, je kan hier contact opnemen.
Ming-Wun Wong et al., “Impact of Vegan Diets on Gut Microbiota: An Update on the Clinical Implications,” TzuChi Medical Journal 30, no. 4 (2018): 200–203, https://doi.org/10.4103/tcmj. tcmj_21_18.
Daniel N. Frank et al., “MolecularPhylogenetic Characterization of Microbial Community Imbalances in Human Inflammatory Bowel Diseases,” Proceedings of the National Academy of Sciences of the United States of America 104, no. 34 (August 21, 2007): 13780–85, https://doi.org/10.1073/pnas.0706625104.
Patrice D. Cani, “Human Gut Microbiome: Hopes, Threats and Promises,” Gut 67, no. 9 (September 1, 2018): 1716–25, https://doi. org/10.1136/gutjnl-2018-316723.
Zoë Slote Morris, Steven Wooding, and Jonathan Grant, “The Answer Is 17 Years, What Is the Question: Understanding Time Lags in Translational Research,” Journal of the Royal Society of Medicine 104, no. 12 (December 2011): 510–20, https://doi.org/10.1258/jrsm.2011.110180.
Ron Sender, Shai Fuchs, and Ron Milo, “Are We Really Vastly Outnumbered? Revisiting the Ratio of Bacterial to Host Cells in Humans,” Cell 164, no. 3 (January 28, 2016): 337–40, https://doi. org/10.1016/j.cell.2016.01.013.
Francisco Guarner and Juan-R. Malagelada, “Gut Flora in Health and Disease,” Lancet (London, England) 361, no. 9356 (February 8, 2003): 512–19, https://doi.org/10.1016/S01406736(03)12489-0;
Cynthia L. Sears, “A Dynamic Partnership: Celebrating Our Gut Flora,” Anaerobe 11, no. 5 (October 2005): 247–51, https://doi.org/10.1016/j. anaerobe.2005.05.001.
T. D. Luckey, “Introduction to Intestinal Microecology,” The American Journal of Clinical Nutrition 25, no. 12 (December 1972): 1292–94, https://doi.org/10.1093/ajcn/25.12.1292.
Katerina Tsilingiri and Maria Rescigno, “Postbiotics: What Else?,” Beneficial Microbes 4 (December 27, 2012): 69–75, https://doi.org/10.3920/BM2012.0046.
Sophie Viaud et al., “The Intestinal Microbiota Modulates the Anticancer Immune Effects of Cyclophosphamide,” Science (New York, N.Y.) 342, no. 6161 (November 22, 2013): 971–76, https:// doi.org/10.1126/science.1240537.
Liping Zhao et al., “Gut Bacteria Selectively Promoted by Dietary Fibers Alleviate Type 2 Diabetes,” Science (New York, N.Y.) 359, no. 6380 (09 2018): 1151–56, https://doi.org/10.1126/science.aao5774.
Steven M. Opal, “Endotoxins and Other Sepsis Triggers,” Contributions to Nephrology 167 (2010): 14–24, https://doi. org/10.1159/000315915.
A. P. Moran, M. M. Prendergast, and B. J. Appelmelk, “Molecular Mimicry of Host Structures by Bacterial Lipopolysaccharides and Its Contribution to Disease,” FEMS Immunology and Medical Microbiology 16, no. 2 (December 1, 1996): 105–15, https://doi. org/10.1111/j.1574-695X.1996.tb00127.x;
J. M. MorenoNavarrete et al., “Circulating Lipopolysaccharide-Binding Protein (LBP) as a Marker of Obesity-Related Insulin Resistance,” International Journal of Obesity (2005) 36, no. 11 (November 2012): 1442–49, https://doi.org/10.1038/ ijo.2011.256;
Philipp M. Lepper et al., “Association of Lipopolysaccharide Binding Protein and Coronary Artery Disease in Men,” Journal of the American College of Cardiology 50, no. 1 (July 3, 2007): 25–31, https://doi.org/10.1016/j. jacc.2007.02.070;
Armando Guerra Ruiz et al., “Lipopolysaccharide-Binding Protein Plasma Levels and Liver TNF-Alpha Gene Expression in Obese Patients: Evidence for the Potential Role of Endotoxin in the Pathogenesis of Non-Alcoholic Steatohepatitis,” Obesity Surgery 17, no. 10 (October 2007): 1374–80, https://doi.org/10.1007/s11695-007-9243-7;
Patrice D. Cani et al., “Metabolic Endotoxemia Initiates Obesity and Insulin Resistance,” Diabetes 56, no. 7 (July 1, 2007): 1761–72, https://doi.org/10.2337/db06-1491;
Bambos M. Charalambous et al., “Role of Bacterial Endotoxin in Chronic Heart Failure: The Gut of the Matter,” Shock (Augusta, Ga.) 28, no. 1 (July 2007): 15–23, https://doi.org/10.1097/shk.0b013e318033ebc5;
Xinhua Zhan, Boryana Stamova, and Frank R. Sharp, “Lipopolysaccharide Associates with Amyloid Plaques, Neurons and Oligodendrocytes in Alzheimer’s Disease Brain: A Review,” Frontiers in Aging Neuroscience 10 (2018): 42, https://doi. org/10.3389/fnagi.2018.00042;
Zeyu Huang and Virginia Byers Kraus, “Does Lipopolysaccharide-Mediated Inflammation Have a Role in OA?,” Nature Reviews. Rheumatology 12, no. 2 (February 2016): 123–29, https://doi. org/10.1038/nrrheum.2015.158.
J. Freeman et al., “The Changing Epidemiology of Clostridium Difficile Infections,” Clinical Microbiology Reviews 23, no. 3 (July 2010): 529–49, https://doi.org/10.1128/CMR.00082-09.
Sixty percent of the weight of your stool: A. M. Stephen and J. H. Cummings, “The Microbial Contribution to Human Faecal Mass,” Journal of Medical Microbiology 13, no. 1 (February 1980): 45–56, https://doi. org/10.1099/00222615-13-1-45.