Inflammatoire darmaandoeningen (IBD)
De ziekte van Crohn / Colitis ulcerosa
De verzamelnaam voor twee meest voorkomende inflammatoire darmaandoeningen: de ziekte van Crohn (chronische ontsteking in het hele spijsverteringskanaal) en colitis ulcerosa (ontsteking van de dikke darm)
Bij deze aandoeningen is er iets drastisch mis in de interactie tussen immuunsysteem en microbioom, en de samenstelling van het microbioom is daarop van invloed. Ze behoren tot de auto-immuunaandoeningen.
De ziekte van Crohn kan voorkomen in het gehele darmtraject terwijl colitis enkel het colon en rectum aantast. Qua klachten lijken beide aandoeningen op elkaar: het aangedane slijmvlies is ontstoken en zweertjes, abcessen, fistel- en poliepvorming kunnen ontstaan. Beide ziektes kunnen een wisselend verloop hebben, van actieve periodes tot een meer chronisch verloop.
Kenmerkende klachten
• Diarree eventueel met bloed en slijm
• Buikpijn en gewichtsverlies
• Vermoeidheid
• Algehele malaise, misselijkheid, braken
• Aften in de mond (soms)
Aanpak met actieve (fyto)nutriënten
Bij auto-immuniteit faalt het immuunsysteem in zijn onderscheidende vermogen tussen ‘eigen’ en ‘vreemd’. Van groot belang is onderliggende oorzaken in kaart te brengen. Vooral een verminderde darmbarrière- functie wordt vaak gevonden als oorzaak. Hierbij spelen de tight junctions een cruciale rol. Of hiervan sprake is, kan worden gemeten met de biomarker zonuline.
Voor het behoud van een goede darmbarrièrefunctie is het van groot belang gluten volledig te neutraliseren en eventuele allergieën en intoleranties zoveel mogelijk te mijden. Daarnaast worden de volgende factoren in verband gebracht met het ontstaan van auto-immuniteit: toxische belasting (pesticiden, plastics), zware metalen, slaapgebrek, stress, westerse voeding met geraffineerde oliën en koolhydraten, glutenovergevoeligheid en vitamine D-deficiëntie.
Een zo breed mogelijke, systemische aanpak is hier aan de orde.
L-Glutamine: L-glutamine speelt een vitale rol in het behoud van de slijmvliesintegriteit. In het slijmvlies van de dunne darm is glutamine een unieke voedingsstof die brandstof levert voor het metabolisme, de celproliferatie regelt en de functies van de darmbarrière herstelt en in stand houdt[1].
Kurkuma: Onderzoek toont aan dat kurkuma zorgt voor een verlichting van de pijn en een vermindering van inflammatoire markers bij personen met inflammatoire darmaandoeningen[2]. Kurkuma is gekend voor zijn antioxidatieve en anti-inflammatoire eigenschappen en voor de mogelijkheid tot moduleren van het darmmicrobioom[3].
Berberine: Berberine heeft een herstellend vermogen op de tight-junctions[4].
Vitamine A: De eencellige mucosale bekleding van het hele darmkanaal wordt ook wel GALT (Gut Associated Lymphoid Tissue) genoemd: de darm-geassocieerde lymfoïde weefsels. Dit is het specifieke immuunsysteem van de darm. De gezondheid van deze darmbekleding staat onder directe invloed van het darmmicrobioom, de tight-junctions en ook de aanwezigheid van voldoende vitamine A en D[4-7].
Vitamine D3: Vitamine D3 heeft een belangrijke rol in het herstel van zonulineschade, zowel bij coeliakie als bij andere glutengerelateerde aandoeningen. Zonuline is de enige bekende modulator van intercellulaire tight junctions die de darmpermeabiliteit reguleert[8]. Kies een geëmulgeerde vorm van vetoplosbare vitamines zoals vitamine A en D3 omdat mensen met spijsverteringsklachten (zoals coeliakie en non-coeliakie glutenovergevoeligheid) ze minder goed opnemen.
Resistent zetmeel/Butyraat: Extra toevoeging van fermenteerbare vezels zoals resistent zetmeel bevordert de vorming van korte ketenvetzuren (o.a.butyraat en propionaat). Vooral butyraat dient als voeding voor de enterocyten en zorgt tevens voor krachtige tight junctions. De aanmaak van het darmslijmvlies wordt gestimuleerd waardoor ook de darmbarrière herstelt. De hechting van pathogenen wordt bemoeilijkt en gunstige darmbacteriën (residente flora) kunnen zich makkelijk uitbreiden[4,9]. Inname van butyraat geeft verbetering van buikpijn en winderigheid bij personen met IBS[3].
Tolerase® G: Gluten zijn voor veel mensen moeilijk afbreekbaar. Bij alle spijsverteringsaandoeningen moet men beducht zijn voor non-coeliakie glutenovergevoeligheid. Het glutensplitsende enzym Tolerase® G kan worden ingezet als praktische diagnostiek of als ondersteuning[10].
Praktische diagnostiek: 3 x daags 2 tabletten Tolerase® G bij iedere maaltijd. Nog geen aanpassingen qua voeding doen. Een duidelijke vermindering van spijsverteringsklachten wijst op noncoeliakie glutenovergevoeligheid. (Chronische) ondersteuning: 2 tabletten Tolerase® G bij iedere glutenbevattende maaltijd breekt alle glutenepitopen af (hoeveelheid natuurlijk afhankelijk van de hoeveelheid gluten in voeding).
Omega 3-vetzuren: Omega 3-vetzuren verminderen pro-inflammatoire cytokinen, verminderen zo darmontsteking en induceren klinische remissie. De ziekteactiviteit vermindert reeds met 2 gram omega 3-suppletie per dag[11]. Hierbij is het van belang dat het lichaam de vetzuren kan opnemen.
Probiotica: Studies wijzen uit dat probioticasuppletie een effectieve therapie is bij IBS voornamelijk naar pijnverlichting[12]
Referenties
- Rao R, Samak G. Role of glutamine in protection of intestinal epithelial tight junctions. J Epithel Biol Pharmacol 2012. DOI: 10.2174/187544301205010047.
- Gupta SC, Patchva S, Aggarwal BB. Therapeutic roles of curcumin: lessons learned from clinical trials. AAPS J 2013. DOI: 10.1208/s12248-012-9432-8.
- Gao X, Liu J, Li L, et al. A brief review of nutraceutical ingredients in gastrointestinal disorders: evidence and suggestions. Int J Mol Sci 2020. DOI: 10.3390/ijms21051822.
- Zeng H, Hongbo C. Metabolic control of regulatory T cell development and function. Trends in immunulogy 2015. DOI: 10.1016/j.it.2014.08.003.
- Sender R, Fuchs S, Milo R. Revised estimates for the number of human and bacteria cells in the Body. PLOS Biol 2016. DOI: 10.1371/journal.pbio.1002533.
- Branton WG, Ellestad KK, Maingat F, et al.Brain microbial populations in HIV/AIDS: α-Proteo- bacteria predominate independent of host immune status. PLoS ONE 8 2013. DOI: 10.1371/ journal.pone.0054673.
- Dinan TG, Stanton C, Cryan JF. Psychobiotics: a novel class of psychotropic. Biol Psychiatry 2013. DOI:10.1016/j.biopsych.2013.05.001.
- Scricciolo A, Roncoroni L, Lombadro V, et al. Vitamin D3 versus gliadin. A battle to the last tight junction. Digestive diseases and sciences 2018. DOI: 10.1007/s10620-017- 4848
- Bourassa MW, Alim I, Bultman SJ, et al. Butyrate, neuroepigenetics and the gut microbiome: can a high fiber diet improve brain health? Neurosci Lett 2016. DOI: 10.1016/j.neulet.2016.02.009.
- Sturgeon C, Fasano A. Zonulin, a regulator of epithelial and endothelial barrier functions, and its involvement in chronic inflammatory diseases. Tissue Barriers 2016. DOI: 10.1080/21688370.2016.1251384.
- Marton LT, Alvares Goulart R, Alves de Carvalho AC, et al. Omega fatty acids and inflammatory bowel diseases: an overview. Int J Mol Sci 2019. DOI: 10.3390/ijms20194851.
- Zhang Y, Li L, Guo C, et al. Effects of probiotic type, dose and treatment duration on irritable bowel syndrome diagnosed by Rome III criteria: a meta-analysis. BMC Gastroenterol 2016. DOI: 10.1186/s12879-016-0470-z.